.

Oefeningen
Ontdek de essentie van je verhaal

Om die hoofdlijn te vangen, stellen we hierna drie mogelijke oefeningen voor. Die denkoefeningen kan je in je eentje doen, of je kan iemand vragen om naar je te luisteren en nieuwgierige vragen te stellen.

Oefening 1

Aan wie wil je schrijven? Welke (groepen) mensen zou er blij zijn met het verhaal? Welke (groepen) mensen kunnen inspiratie vinden in dit verhaal? Haal je die persoon of groep voor de geest. Verbeeld je dat je in gesprek gaat met hem, haar of hen...

Ga nu in gedachten 'op de brug' staan. Hou de waardigheid van de verteller en je publiek vast.

Vul nu deze beginzinnen aan: (concreet en puntsgewijs, belangrijk is dat je de gedachten vasthoudt - de mooie taal komt later wel)

  • Moet je horen, ik had de eer een goed gesprek te mogen voeren met ...
  • In dat gesprek vertelde hij/zij over dingen die hem/haar bezig houden in de wereld, namelijk ...
  • Op sommige momenten in het gesprek kon ik de bezieling van mijn gesprekspartner werkelijk ervaren, zoals wanneer die vertelde over ...
  • Ik leerde van hem/haar dat ...
  • Iets heel bijzonder, wat me echt wel raakte is ...
  • Toen ik mijn gesprekspartner vroeg naar haar/zijn ideeën voor de toekomst, vertelde ze mij ...
  • Dat is boeiend, want dat zegt ook iets over deze tijd. Iets over wat anders kan, wat we anders kunnen doen, wat we zouden kunnen uitproberen. Namelijk ...
  • hij/zij vertelde me op een mooie manier sommige dingen. Er zijn een paar mooie woorden gevallen die ik je graag wil meegeven: ...
  • Waarom ik je dit vertel? Ik denk dat jij net als ik iets kunt meenemen, namelijk dit ...
  • Om je uit te nodigen verder na te denken hierover, schenk ik je één vraag, namelijk ...

Oefening 2

Deze oefening heeft hetzelfde doel: klaarheid scheppen in wat je wil vertellen. Ook deze vragen kunnen helpend zijn om op je hoofdlijn te komen. Je kunt de antwoorden noteren, vertellen aan iemand anders en/of inspreken op je telefoon en nadien (verrast) luisteren wat je vertelde.

Stel dat je thuiskomt en enthousiast iets vertelt over het gesprek dat je net hebt gehad, wat zou dat dan zeker zijn?

  • Moet je horen, ik had een ontmoeting met ... en ik ontdekte ...
  • Wat heeft jou als luisteraar geraakt, verrast, verwonderd?
  • Wat is (voor jou) nieuw, anders, alternatief in het verhaal?
  • Wat heb je samen ontdekt in dit gesprek? 
  • Welke kennis, ervaringen, vaardigheden, bezieling kwamen aan het licht? 
  • Is er iets dat tijdens het gesprek ineens beter verstaan werd?
  • Welke dromen, kansen en ideeën kwamen naar voor in dit verhaal?
  • Wat is de essentie van dit verhaal? Volgens de verteller? En volgens jou?
  • Welke anekdotes hoorde je die een illustratie zijn van die essentie?
  • Met welke inzichten uit dit verhaal vind jij dat er verder iets 'mee gedaan' moet worden? En wat dan?
  • Wie moet zeker iets vernemen over dit verhaal en wat zou die persoon/groep dan moeten onthouden daarover?

Oefening 3

Kijk naar dit korte filmpje, waarin Cormac Russell heel helder vertelt welke lijn er in talloze verhalen terug te vinden is.

  • Zie je een ontwikkelingslijn in het verhaal dat je beluisterde: een beginsituatie - een uitdaging - acties - resultaten - leerpunten?

  • Teken de lijn uit, en schrijf er de voornaamste gebeurtenissen (acties, momenten dat iets geleerd werd, meevallers, tegenvallers) bij.