.

Het Generatief principe

 De werkelijkheid is onafgebroken in wording.
Elk ogenblik kan vruchten dragen. 

In de letterlijke betekenis is iets 'generatief' wanneer het de mogelijkheid inhoudt dat er nieuw leven kan uit ontstaan. Uit een eikel kan, in de juiste omgeving, bodem en omstandigheden een jonge boom ontstaan, die op zijn beurt het ecosysteem waarin hij groeit verrijkt voor ander leven. 

Een ontmoeting kan generatief zijn. Ze kan vriendschap voortbrengen, die op haar beurt kan leiden tot ervaringen waaruit herinneringen, inzichten, mogelijkheden en nieuwe dromen ontstaan.
Een gesprek kan generatief zijn, wanneer het inzichten aan de oppervlakte brengt die de gesprekspartners inspireren in hun denken, ervaren en handelen.
Een ervaring kan generatief zijn, wanneer uit die belevenis nieuwe manieren van kijken of denken opkomen die het toekomstig handelen beïnvloeden.

In de menswetenschappen werd de term voor het eerst gebruikt door de psychoanalyst Erik Erikson. In 1950 verwoordde hij hiermee de menselijke 'bekommernis om de volgende generatie te realiseren en te begeleiden'. Psychologisch gezien is generativiteit de zorg om de toekomst, de zorg voor jongere mensen en de bijdrage aan volgende generaties. (bron: wikipedia)

Generativiteit in sociale wetenschappen

De Canadese professor Gervase Bushe (Leiderschap & Organisatieontwikkeling) onderzoekt in zijn artikel 'Generative Process, Generative Outcomes' het principe van generativiteit in organisatie-ontwikkeling. 

Bushe verwijst naar professor Kenneth Gergen, grondlegger van het sociaal constructionisme, als een van de eerste denkers die de term generativiteit naar voor schoof. In zijn artikel 'Toward Generative Theory' benoemt Gergen generatieve capaciteit als het vermogen om de leidende veronderstellingen in een cultuur uit te dagen, fundamentele vragen te stellen bij het hedendaagse sociale leven, aanmoedigen van her-overwegingen van dat wat als algemeen aanvaard wordt beschouwd, waardoor nieuwe alternatieven voor sociaal handelen mogelijk worden. 

Bushe zelf beschrijft generativiteit als: het creëren van nieuwe beelden, metaforen, fysieke representaties enzovoort die twee kwaliteiten hebben: ze veranderen de manier waarop mensen denken zodat nieuwe opties voor beslissingen en acties bereikbaar worden EN het zijn aantrekkelijke beelden die mensen aanmoedigen tot handelen.

Tijdens het Appreciative Inquiry wereldcongres (2012) noemde professor Ron Fry generativiteit een 'manier van zijn': die scheppend is, die het nieuwe veroorzaakt, creëert en levendig en overvloedig deelt. In zijn toelichting verwees Fry naar Carlsen&Dutton, die generativiteit omschrijven als strengen van ervaring: momenten van levendigheid en transitie die menselijke groei aansporen. Fry spreekt in dat verband ook over generatieve verbindingen: interacties die energie brengen, levendigheid en de mogelijkheid om transformatieve, duurzame en mogelijk expansieve ideeën, praktijken en visies te genereren. (Wil je er dieper induiken? Kijk hier naar de keynote van Fry & Bushe tijdens het AI-wereldcongres)

Dit gezegd zijnde, zouden we generativiteit ook vruchtbaarheid kunnen noemen. Omdat het nieuw leven voortbrengt, nieuwe werkelijkheid helpt scheppen, nieuw handelen in gang zet. 

Dit gezegd zijnde... kunnen we generativiteit ook vruchtbaarheid noemen. Omdat het nieuw leven voortbrengt, nieuwe werkelijkheid helpt scheppen, nieuw handelen in gang zet.

Vruchtbaar werk

Storyweaving en generativiteit

Storyweaving is generatief, vruchtbaar werk in meerdere opzichten. Storyweaving is een intentionele vorm van 'onderzoek', waarin we - rond een thema - tegelijk willen begrijpen wat leven geeft, welke kiemen er onder de oppervlakte schuilen, welke ervaringen en ideeën ons kunnen inspireren tot een dieper begrip van wat is en wat kan zijn. Storyweaving is tegelijk ook een actie: want wat we onderzoeken, waarover we vragen stellen, waarover we met mensen in gesprek gaan, krijgt precies daardoor al kansen om zich te ontwikkelen.

Een vraag, als uitnodiging tot een verhaal, kan voor een verteller een onvermoede wereld aan ervaringen en inzichten openen, die tot dan toe amper aangeroerd werden. Het vertellen van een verhaal, het overdenken van ervaringen en betekenissen, kan mensen brengen tot een vernieuwd of nieuw inzicht, begrip. Daaruit kunnen op hun beurt nieuwe keuzemogelijkheden en nieuw handelen ontstaan: hoe wil de verteller zich voortaan verhouden tot zijn verhaal? Tot de context waarin dit verhaal speelt? Tot de mogelijkheden die de toekomst inhoudt? Tot zijn handelen naar aanleiding van de nieuwe inzichten?

Een vraag richt aandacht. Waar aandacht gaat, gaat energie. Waar energie gaat, kan het nieuwe ontstaan. 

Een verhaal dat verteld wordt in de ruimere context (bv via een geschreven verhaal, video,...) kan in die context inzichten en actie uitlokken. De verteller zelf, kijkers en lezers kunnen geraakt worden door het verhaal, ervan leren, er inspiratie uit opdoen. Ze kunnen tot actie worden aangezet. Mensen kunnen contact zoeken met elkaar. Er kunnen nieuwe relaties ontstaan. Ideeën kunnen elkaar vinden. Mogelijkheden worden zichtbaar en kunnen daardoor opschuiven in de richting van het waarmaken ervan.

En - wat we als Storyweavers gaandeweg zelf zullen ervaren - luisteren naar en helpen geboren worden van verhalen waarin het leven met eigen stem kan spreken, dat verandert onszelf. De ontmoetingen, gesprekken en verhalen die we schrijven, voeden ons vertrouwen in de mens en zijn meestal genereuze intenties voor de mensheid en de wereld. Ze voeden onze hoop, ons beeld van wat wél mogelijk kan worden.

Twee generatieve praktijken: vruchtbare vragen en vruchtbare documenten

  1. Een belangrijke basispraktijk van Storyweavers is die mogelijkheid van vruchtbare gesprekken en verhalen voortdurend op te zoeken en open te houden. Door zich belangstellend en samen-lerend te engageren in gesprekken. Door te onderzoeken, te ontdekken (eerder dan 'registreren'), samen kennis te maken (neem dat gerust letterlijk) en verwonderd te zijn van wat dan ontstaat. Door vragen te stellen die vruchtbaar zijn.
  2. Een tweede praktijk is het 'documenteren' van gesprekken op een levendige, waardige manier: vertellend, aanmoedigend, verbindend, respectvol naar vertellers en de brug bouwend naar de wereld van kijkers en lezers. De verhalen, artikels, geluidsfragmenten, brieven, video's of tekeningen die we als document maken, belichten kracht, ontdekkingen en kansen. Ze vormen een uitnodiging naar de verteller en de lezer om trots te zijn, inspiratie te delen, kansen te overwegen en tot handelen over te gaan.