.

Praktijk:
Generatieve, vruchtbare vragen


Wat we maar al te goed kennen: vragen die geen vragen zijn

Eigenlijk, de meeste vragen waar mensen in hun dagelijkse leven mee te maken krijgen, zijn niet zo generatief. Je kent ze wel: dooddoeners van vragen ('en, hoe is't?', 'fijne dag gehad?'), vragen waarop je eigenlijk al het antwoord weet, of die in de richting van een conclusie wijzen die jij (luisteraar) wil trekken. Denk maar aan suggestieve vragen ('denk je ook niet dat ...'), retorische vragen ('zou je dat wel doen?'), gesloten vragen ('was dat boeiend voor jou?'), helpende of adviserende vragen ('Heb je al geprobeerd om...').
Vragen als deze sluiten een verhalend proces (vroegtijdig) af. Ze vernauwen het vertelproces eerder dan te verruimen.

Waarvoor we kunnen kiezen: vruchtbare vragen

We verbinden hoofd, hart en buik door de manier waarop we met mensen spreken: we luisteren naar belevenissen, zintuiglijke ervaringen, vragen hen wat hen raakt, hoe dat hen in beweging brengt en wat ze graag nog zien ontstaan. We vragen naar engagement en hulpbronnen. Generatieve vragen verwijzen naar diepere, verbonden ervaringen en bouwen aan inzicht, kennis en relaties terwijl het gesprek gaande is. Verrassende, generatieve vragen zijn belangrijk ingrediënten van wat elk gesprek tot een 'memorabel moment' kan maken voor de verteller en de luisteraar. (zie ook: het relationele principe)

Generatieve vragen zijn veelal nieuw, verrassend en helpen ervaringen, conclusies, inzichten vanuit nieuwe perspectieven zien. Vragen kunnen ook provocatief zijn, in de zin dat ze de verteller zachtaardig uitdagen en verrassen. Mensen kunnen er even stil van worden, omdat ze dat soort vragen amper gewend zijn.

Volgens Professor Gervase Bushe daagt een generatief gesprek de status quo uit. In een vruchtbaar gesprek ontdekken we nieuwe zienswijzen, nieuwe ideeën, nieuwe mogelijkheden en kennis die tot dan toe onder de radar of onbenoemd bleef. 

Generatieve vragen hebben - aldus Bushe- vier kenmerken: ze zijn nieuw en verrassend, ze spreken tot ons brein en ons hart, ze dragen bij aan relaties en leiden tot het anders kijken en kaderen van de werkelijkheid.  

(figuur: Gervase Bushe, AI-worldconference 2012)

In dit artikel gaat Bushe dieper in op de vier kwaliteiten van generatieve vragen:

  • Ze zijn verrassend: vragen waar mensen nog niet over nadachten, of nog niet over hebben gepraat. Vragen die mensen doen reflecteren en nadenken.
  • Ze raken hart en ziel: vragen raken aan thema's die persoonlijk betekenisvol zijn, thema's waar mensen om geven.
  • Ze bouwen relaties op: generatieve vragen maken gesprekken mogelijk waarin mensen zich meer verbonden voelen met elkaar. Elkaar generatieve vragen stellen en daarop antwoorden, doet mensen iets van zichzelf tonen. Hierdoor ontstaat vertrouwen om ook kwetsbaar te durven zijn. Onze geest opent zich, we worden creatiever en durven hardop dromen van nieuwe mogelijkheden.
  • Ze doen ons anders kijken naar de werkelijkheid: soms omdat al in de vraag een ander kader van de werkelijkheid is geformuleerd, en soms omdat de verteller precies door de vragen dingen vertelt die heel anders zijn dan onze vooronderstellingen en stereotypes.

Vragen is als dansen ...

Het thema voorop

In ons proces van Storyweaving draaien de vragen rond een thema waarover je levende ervaringen en conclusies wil beluisteren. Je houdt als vragensteller in je hoofd dat je samen met je verteller iets wil begrijpen, dat je samen wil leren, dat je je de verteller gelegenheid wil geven om zijn verhaal op een rijke manier te ervaren en begrijpen. En je blijft je ook bewust van de context (de oceaan) waarin deze verhalen (verder) verteld worden. Je zoekt naar inspiratie, onderbelichte kennis, ervaringen, hoop en kansen die in de context generatief kunnen zijn.

Basisbeweging

In narratieve vragen exploreren we vanuit een thema iemands ervaringen via verschillende toegangspoorten: gebeurtenis, gezelschap van andere mensen, zintuiglijke ervaring, schoonheid, natuur, plek. Dan bewegen we naar betekenis: we geven de ervaring een naam, en stellen vragen rond wat dit verhaal aan betekenis en mogelijkheden inhoudt voor de verteller en de ruimere omgeving. De narratieve beweging verloopt via de flow van de lemniscaat: ervaring (verrijken) en betekenis (uitdiepen). Hier lees je meer: praktijk lemniscaat 

Vragen als een dans

Je gebruikt het bovenstaande narratieve patroon in in je vragen, die je doorheen een exploratief en generatief gesprek leiden. Dat patroon blijft meestal op de achtergrond aanwezig bij de luisteraar, die met het gesprek 'meedanst' en tegelijk de stappen in het achterhoofd houdt.

Wil je vanuit ervaring en betekenis nog intenser naar kansen en toekomst kijken, kan je inspiratie vinden in bijvoorbeeld deze twee aanvullende 'dansen':

Intenties-Kansen-Eigenaarschap-Gemeenschap

  • Intentie: welke hoop, intentie, verlangen, plannen spreekt de verteller uit?
  • Kansen: welke mogelijkheden ziet hij in zijn omgeving en de ruimere wereld om daarin stappen vooruit te zetten?
  • Eigenaarschap: waar zou de verteller een verschil kunnen maken, vanuit zijn eigen plek in de wereld?
  • Gemeenschap: voor wie? Met wie? Waar mag hij steun ervaren, aanmoediging? Wie zal de plannen verwelkomen?

In waarderend onderzoekende vragen focussen we - altijd rond een thema - op hoogtepunten die iemand beleefde, om daarna te onderzoeken wat vanuit die sterke ervaringen mogelijk wordt voor de toekomst, wat daarvoor nodig is en hoe we stappen in die richting kunnen zetten. Die cadans zet aan tot reflectie, actie, creativiteit en goesting om in beweging te komen. In de veranderfilosofie- en praktijk benoemt men deze beweging als '4-D's': discover, dream, design, deliver.

  • Ontdek: ga naar ogenblikken of ervaringen rond het thema die de verteller dierbaar zijn. Diep ze uit, zoek naar sterkten, voorwaarden die bijdroegen. Geef samen betekenis.
  • Droom: vraag je samen af hoe de toekomst eruit zou zien als de betekenis in die verhalen groter kan worden, vaker voorkomt, belangrijker wordt. Laat vertellen alsof die toekomst er al is
  • Ontwerp: kijk dan naar wat er nodig zou kunnen zijn om van hieraf (het moment van jullie gesprek) naar de toekomst te bewegen: wat moet er dan gebeuren, groeien, ontwikkelen.
  • Maak waar: bedenk samen welke eerste stappen kunnen gezet worden. Wat kan hier en nu al gedaan worden? Wie en wat is daarvoor nodig?

Kan kritiek en pijn vruchtbaar zijn?

Het kan zomaar gebeuren dat middenin een gesprek de verteller dingen aanraakt die moeilijk zijn, negatief klinken of kritiek inhouden op andere mensen, systemen, enz. Wat doen we daarmee? 

We gaan klachten, mislukkingen, pijn en kritiek niet uit de weg. Wat komt, dat komt. Wat verteld wil worden, daar maken we ruimte voor. We staan erbij stil. Luisteren, proberen te begrijpen, erkennen dat wat is, dat is. En dan zoeken we naar de wens, de hoop, de intentie.

Achter elke klacht zit een wens.
Zoek de wens. En dan wordt het weer generatief.

Je generatieve gesprek voorbereiden


Hoe begin je eraan?

Zoals gezegd: onze gesprekken draaien om een thema. Meestal bedenken we voor het gesprek enkele 'starters' die een goed gesprek op gang helpen. Het thema is leidend in je vraagstelling. Afhankelijk van wat je wil mogelijk maken met dit gesprek, wat je wil leren, wat je wil zichtbaar maken en een duwtje wil helpen geven, ontwerp je je startvraag.

Je houdt de 'dans' die je wil doen in je achterhoofd. Je kunt wat stappen voorbereiden, en enkele richtinggevende vragen oplijsten. Of je maakt een schema of tekening die je tijdens het gesprek tussen jou en de gesprekspartner kunt leggen. 

Je wil natuurlijk wel open zijn over de stappen die je samen wil zetten. Immers, een gesprekspartner die vermoedt dat je wat 'achter je mouw' houdt, kan dat ervaren als een ongelijkheid in macht. En dat willen we niet, wanneer we samen 'kennis' willen maken. 

Wat extra inspiratie nodig?

Hiermee kan je aan de slag:

Voorbeelden van vragen nodig?